Achtergrondstudies - Economisering van zorg en beroepsethiek

De invloed van economisering op de beroepsethiek van zorgverleners roept allerlei morele vragen op. Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) liet daarom deze drie studies verrichten om economisering van zorg en de effecten daarvan op de beroepsethiek in kaart te brengen.

Aanleiding

Bij het gelijknamig signalement uit 2004 is een bundel met drie achtergrondstudies verschenen.

Hoofdvraag

  • Deel 1: Zullen zorgverleners door de toenemende economisering efficiënter, meer betrokken, meer verantwoord gaan handelen?
  • Deel 2: Hoe kijken verschillende medisch-specialisten aan tegen marktwerking in relatie tot de medische beroepsethiek?
  • Deel 3: tot welke spanningsvelden en morele dilemma’s bij de publieke en professionele taakuitoefening door professionals en managers in ziekenhuizen leidt de zogeheten economisering van de zorg

Ethische discussie

Economisering biedt nieuwe kansen maar zet ook twee kernwaarden onder druk: het belang van ‘vertrouwen’ en het belang van de professionele standaard (Deel 1). Leidt ook tot oneerlijke concurrentie, eindeloos doorschuiven moeilijk te behandelen patiënten en een schending van de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt (Deel 2). Economisering versterkt publieke doelmatigheid, de borging van kwaliteit en vergroting van het volume van zorgverlening, maar maakt inbreuk op inbreuk op waarden zoals de gelijke toegankelijkheid, de rechtvaardige verdeling van voorzieningen en de professionele autonomie van artsen (Deel 3).

Doelgroep

Beleidsmakers, professionals, bestuurders (niet expliciet benoemd)

Aanbeveling

Beleidsmakers dienen duidelijk te maken welke waarden richtinggevend zijn voor de toekomstige zorg en wat de juiste instrumenten zijn (Deel 1). Goede regelgeving is geboden en zorgverzekeraars mogen geen stem hebben in medische beslissingen (Deel 2). De beroepsgroep moet maatschappelijke aspecten meenemen in de eigen normstelling, en het management dient professionele waarden een plaats te geven (Deel 3).