Handelingen met geslachtscellen en embryo’s

Dit signalement gaat over ingrepen in menselijke geslachtscellen en pre-implantatie embryo’s, gericht op verbetering van medische hulp bij voorplanting. Als verzamelbegrip voor die ingrepen wordt wel de term ‘micromanipulatie’ gebruikt.

Aanleiding

Medische hulp bij voortplanting maakt gebruik van ingrepen in menselijke geslachtscellen en pre-implantatie embryo's. In dit signalement worden vier van zulke micromanipulatie technieken besproken. Hierbij gaat het deels nog om theoretische mogelijkheden.

Hoofdvraag

Welke normatieve vragen roepen de volgende technieken op? 1) pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD) 2) pre-implantatie genetische screening op aneuploïdie (PGS-A) 3) oöplasmatransfer 4) interspecies transplantatie van spermatogonia

Ethische discussie

Normatieve aspecten van PGD en PGS-A hebben te maken met de morele status van het pre-implantatie embryo, de betekenis die het aanbod van prenataal onderzoek zou kunnen hebben voor de positie van gehandicapten in de samenleving, en bezorgdheid voor een `hellend vlak` in de richting van ongewenste vormen van embryoselectie en kiembaanmodificatie. Bij oöplasmatransfer draait het vooral om het `onnatuurlijke` karakter van de techniek (twee genetische moeders), het doen van een interventie in de kiembaan, en om de vraag wat de belangen van eiceldonoren zijn. Interspecies transplantatie roept vooral een associatie op met hybriden tussen mens en dier, en vragen rondom de intrinsieke waarde van het dier.

Doelgroep

Beleidsmakers, politici, professionals, cliënten (niet expliciet benoemd)

Aanbeveling

Voortdurende bezinning en maatschappelijke discussie over voor de mogelijke risico's van medisch geassisteerde voortplanting moet worden gestimuleerd door de overheid. Ook hulpverleners moeten actief deelnemen aan dit maatschappelijke debat. Tot slot heeft het signalement enkele interpretatievragen bij de Embryowet aan de orde gesteld, en wordt vermeld dat een verbod op het doen ontstaan van embryo's voor andere doeleinden dan zwangerschap een beperking kan betekenen voor noodzakelijk pre-klinisch onderzoek.