Foetaal weefsel, toepassing en gebruik
Foetaal weefsel is volgens de wet: bestanddelen die deel uitmaken van een na een zwangerschap van minder dan vierentwintig weken ter wereld gekomen, niet meer in leven zijnde menselijke vrucht of van delen daarvan.
Het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel is slechts toegestaan voor geneeskundige doeleinden, medisch- en biologisch-wetenschappelijk onderzoek en onderwijs.
Wetenschappers onderzoeken of foetaal weefsel te gebruiken is bij de therapeutische toepassingen. Zo is onderzoek gedaan naar het gebruik van foetale neurale cellen voor de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington. Ook worden mogelijkheden onderzocht om therapieën te ontwikkelen met behulp van stamcellen.
h2. Ethische kwesties:- Hoe is het gesteld met de morele status en de beschermwaardigheid van een foetus?
- Hoe is te voorkomen dat de abortusbeslissing (als eigen keuze van de vrouw in een noodsituatie) wordt beïnvloed door het mogelijk gebruik van foetaal materiaal voor (de ontwikkeling van) therapieën?
- Is het toelaatbaar om humaan materiaal dat verkregen is na abortus provocatus, te gebruiken voor de behandeling van zieken?
- En wat te denken van commercieel gebruik van foetaal weefsel? Soortgelijke vragen komen aan bod in ‘Stamcellen voor weefselherstel’ van de Gezondheidsraad.
Zie ook: ethisch thema Stamcellen.