Persbericht: Samen beslissen is niet altijd vanzelfsprekend

Vroeger bepaalde de dokter wat goed was en volgde de patiënt zijn advies. Tegenwoordig zijn patiënten mondiger en beslissen zij mee over hun behandeling. Dat is tenminste het streven. Maar hoe voltrekt gezamenlijke besluitvorming zich in de dagelijkse praktijk? Hoe gaat het als patiënten zelf lastig kunnen beslissen? Welke dilemma’s doen zich hierbij voor? Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) heeft dit proces met interviews inzichtelijk gemaakt in het signalement ‘Wanneer samen beslissen niet vanzelf spreekt. Reflecties van patiënten en artsen over gezamenlijke besluitvorming’.

In het signalement komen artsen, patiënten en hun naasten aan het woord die ieder op hun eigen manier te maken hebben (gehad) met gezamenlijke besluitvorming. In de interviews staan steeds drie vragen centraal: wat verstaan deze direct betrokkenen onder gezamenlijke besluitvorming? Met welke barrières worden ze geconfronteerd tijdens dit proces? En wat zien zij als noodzakelijke voorwaarden om samen te kunnen beslissen?

Voorwaarden en grenzen

Vier noodzakelijke voorwaarden worden met stip genoemd: vertrouwen, empathie, eerlijkheid en – last but not least – tijd. Artsen en patiënten blijken zich sterk bewust van hun eigen verantwoordelijkheid bij het nemen van vaak ingrijpende behandelbeslissingen. Tegelijkertijd zijn ze zich ook bewust van hun grenzen. Enkele uitspraken: “Het is mij te simpel om te zeggen de patiënt wil het niet, dus dan doen we het niet”, “Hoe dement een patiënt ook is, je probeert zo lang mogelijk in dialoog te blijven” en “Wanneer we naar het ziekenhuis komen, is het toch vooral aan ons als ouders wat er gaat gebeuren”.

Discussie

Het CEG wilmet dit signalement bijdragen aan een discussie over de vraag hoe gezamenlijke besluitvorming concreet vorm kan krijgen in de praktijk en dan met name in situaties waarin dit niet vanzelf spreekt en (dus) ook niet vanzelf gaat. Dit is een discussie die op alle niveaus gevoerd moet worden: in gesprekken tussen individuele artsen en patiënten, binnen patiëntenorganisaties, binnen de opleidingen tot arts en tot medisch specialist en door beleidsmakers.