Geslachtscellen uit het lab. Een ethische verkenning van in-vitrogametogenese als nieuwe voortplantingstechnologie

Steeds meer deskundigen vragen aandacht voor snelle ontwikkelingen op het gebied van het kweken van geslachtscellen: IVG (in-vitrogametogenese). Nu gaat het nog om dierproeven, maar er is alle reden na te denken over de wenselijkheid en mogelijke gevolgen van IVG voor individu en samenleving.

Hoofdvraag

Welke ethische en maatschappelijke vragen roept de nieuwe technologie IVG (in-vitrogametogenese) op?

Ethische discussie

Willen we de technische mogelijkheden voor het krijgen van kinderen verruimen? Als dit veilig en effectief zou kunnen, wat betekent dat dan voor andere voortplantingstechnieken? Hoe verhouden de reproductieve belangen van wensouders zich tot andere belangrijke waarden, zoals gezondheid en welzijn van toekomstige kinderen? Wat doet het met een kind om genetisch verwant te zijn aan slechts één ouder of juist aan meer dan twee ouders? Welke proportionaliteitsafwegingen spelen een rol? Leidt IVG tot een ‘democratisering van de voortplanting’, oftewel wordt voortplanting mogelijk voor iedereen?

Doelgroep

Artsen, beleidsmakers en politici

Aanbeveling

IVG (in-vitrogametogenese), en in het bijzonder bepaalde toepassingen daarvan, roept een reeks nieuwe vragen op. Vooral wat betreft het welzijn van resulterende kinderen. Het gaat nu nog om dierproeven, maar het is volgens onderzoekers een kwestie van tijd voordat een doorbraak bij mensen te verwachten is. Aangezien het veld zich zo snel ontwikkelt en een groeiend aantal experts benadrukt dat deze nieuwe technologie een grote impact zou kunnen hebben op de samenleving, is dit het moment om te discussiëren over de wenselijkheid en de gevolgen van IVG voor individu en maatschappij.

Auteur(s)

Van der Hout, S.; Cornips, L.