De maakbare mens tien jaar jong

In het vruchtbare eerste oogstjaar 2003 bracht de Gezondheidsraad voor het CEG een signalement uit over De maakbare mens. Daarmee richtte het CEG de aandacht op ethische vragen die anno 2013 nog steeds in de belangstelling staan – soms onder de noemer enhancement, wensgeneeskunde, leefstijlgeneeskunde, human engineering of zelfs posthumanisme. In het signalement wordt benadrukt dat enhancement niet zozeer gekenmerkt wordt door haar doelstelling (het op een hoger plan brengen van allerlei menselijke eigenschappen en capaciteiten), maar door het gehanteerde middel: genetische, medische en farmacologische kennis.

De maakbare mens werd deels gebaseerd op actuele ontwikkelingen en deels op denkbare (of mogelijke) ontwikkelingen. De gedachte achter die strategie is dat geanticipeerd kan worden op een mogelijke toekomst. Tien jaar na uitgave is dit verkennende signalement nog steeds lezenswaardig maar niet altijd relevant. Als het gaat om de voorspelde ontwikkeling van ‘cosmetische gentherapie tegen kaalheid’ of een middel waarmee ‘vrouwen hun seksueel functioneren kunnen optimaliseren’ mag tien jaar na dato duidelijk zijn dat het niet altijd zo’n vaart loopt. De gesignaleerde trend van uitdijende indicatiegebieden en niet-medisch gebruik van Ritalin en Viagra is wel nog onverminderd actueel. Discussie over definitie en doel van de geneeskunde dient steeds weer gevoerd te worden omdat medisch-technologische mogelijkheden toenemen en het (gewenste) takenpakket van artsen aan verandering onderhevig is. Het nog te verschijnen CEG signalement over wensgeneeskunde zal die discussie nieuw leven inblazen.

De maakbare mens stipt vraagstukken aan die vandaag de dag minder urgent lijken – weinigen zullen zich echt zorgen maken over het voortbestaan van maatschappelijke pluriformiteit onder druk van dominante schoonheidsidealen. Andere passages zijn onverminderd relevant, denk bijvoorbeeld aan de discussie over ingrepen om functieverlies bij veroudering te herstellen. De hoofdvraag die het signalement stelt is anno 2013 even prangend als lastig te beantwoorden: wat zijn de voorwaarden waaronder artsen enhancement mogelijk kunnen (of moeten) maken en wat kan het overheidsbeleid in dat verband bijdragen?

Portret van Lucas Cornips

Lucas Cornips, MPhil, wetenschappelijk secretaris bij de Gezondheidsraad.

Signalering ethiek en gezondheid 2003