Kamerbrief over toepassing gedragswetenschappelijke kennis in beleid

Drie adviesraden, de RLI, de RMO en de WRR , en ook het CEG brachten een rapport uit over de toepassing van gedragswetenschappelijke kennis in beleid. Op 4 december 2014 heeft Minister Kamp van Economische Zaken een brief gestuurd naar de Tweede Kamer, waarin het kabinet integraal reageert op al deze stukken.

De belangrijke kennis uit deze rapporten is dat de gedragswetenschappen, met hierbinnen de gedragseconomie en de sociale psychologie als belangrijke pijlers, leren dat het beeld van de mens als bewuste, rationele beslisser niet compleet is en dat er omstandigheden zijn waarin mensen zich anders gedragen.

Het kabinet onderschrijft de volgende vijf aanbevelingen:

  1. Benut gedragswetenschappelijke kennis in het gehele beleidsproces.
  2. Kies voor beleidsvorming op basis van onderzoek en praktijkervaring, via beleidsevaluaties en empirische toetsing vooraf.
  3. Wees transparant over de inzet van nudges. Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid stelt dat ook bij lichte of onzichtbare vormen van leefstijlbeïnvloeding, die de vrijheid of autonomie minder sterk beïnvloeden, het belangrijk is de argumenten vóór en tegen kritisch te wegen. Het kabinet onderschrijft deze aanbeveling.
  4. Houd rekening met de impact van beleid op de keuzedruk die mensen ervaren.
  5. Zorg voor een structurele verankering van de gedragswetenschappelijke kennis in beleid.