Persbericht: Levensbekorting door terminale sedatie toetsen aan medisch-professionele standaard

Ernstig zieke patiënten worden soms tot aan hun overlijden in diepe slaap gebracht als dat nog de enige manier is om hun pijn te bestrijden. Vaak wordt bij deze terminale sedatie ook afgezien van kunstmatig toedienen van voeding en vocht, omdat dat zinloos medisch handelen zou zijn. Uiteraard zijn bij zo’n ingrijpende handelwijze zorgvuldigheid en transparantie van groot belang. Die zijn het beste te bereiken als wat de arts doet en nalaat wordt getoetst aan de medisch-professionele standaard. Dat betekent onder meer dat er een goede medische reden voor de sedatie moet zijn en de patiënt waar mogelijk toestemming heeft gegeven. Dit schrijft de Gezondheidsraad in een signalement dat vandaag verschijnt in het CEG-rapport ‘Signalering ethiek en gezondheid 2004’.

Op dit moment is onduidelijk wanneer terminale sedatie en in samenhang daarmee afzien van kunstmatig voeden een vorm van ‘normaal medisch handelen’ is. Een effect kan namelijk zijn dat het leven van de patiënt wordt bekort, en het handelen van de arts kan dan als ‘levensbeëindiging’ strafbaar zijn. Het in diepe slaap brengen op zichzelf hoeft het leven niet te bekorten, maar heeft dat effect soms wel. Het afzien van kunstmatige voeding werkt uiteraard uiteindelijk altijd levensbekortend, ware het niet dat de patiënt vaak eerder aan zijn ziekte overlijdt dan door gebrek aan voeding en vocht. Helder zijn de precieze oorzaken van het sterven, dat vaak toch al nabij was, dikwijls niet. Maar de kans op eerder overlijden is aanwezig.

Wordt terminale sedatie met levensbekortend effect nìet beschouwd als normaal medisch handelen, dan loopt een arts de kans zich voor de strafrechter te moeten verantwoorden. Wordt de sedatie daarentegen wèl beschouwd als normaal medisch handelen, dan is de medisch-professionele standaard de toetssteen. Die bestaat uit normen voor goede zorgverlening die de beroepsgroep zelf formuleert.

De laatste invulling verdient de voorkeur. Zolang de beslissing genomen wordt op goede medische gronden, kan het in diepe in slaap brengen en daarbij afzien van kunstmatig voeden een verantwoorde medische handeling zijn, ook als het leven van de patiënt erdoor bekort wordt. Strafrechtelijke toetsing is dan onwenselijk.

Als de strafrechtelijke dreiging wegvalt, zullen artsen meer openheid betrachten. Ook ontstaat er meer ruimte voor een discussie in de beroepsgroep over wat ‘goed sterven’ is en welke rol terminale sedatie daarbij kan spelen. De beroepsgroep kan dan bovendien gezaghebbende richtlijnen opstellen voor bijvoorbeeld goede communicatie met de patiënt en zorgvuldige verslaglegging. Nader onderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in de praktijk van terminale sedatie.

‘Terminale sedatie’ is een van de zeven signalementen in Signalering Ethiek en Gezondheid 2004. Dit rapport wordt jaarlijks uitgebracht door het Centrum voor ethiek en gezondheid (CEG). Het vormt de basis voor de Agenda ethiek en gezondheid die het ministerie van VWS op prinsjesdag met de Rijksbegroting aan de Tweede Kamer aanbiedt. De afzonderlijke signalementen zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Gezondheidsraad of de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg.