Persbericht: ‘Orgaandonatie mag wel beloond’

Wat te doen aan het schrijnende tekort aan donororganen? Zou een financiële prikkel misschien helpen om mensen zich als donor te laten registreren of bij leven een nier te doneren? Maar is dit ook ethisch gezien een aanvaardbare oplossing?

De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg heeft op 12 november 2007 een ethische verkenning van voor- en tegenargumenten rondom beloning van orgaandonatie aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeboden. De Raad vindt financiële stimulering van orgaandonatie zowel moreel als praktisch het overwegen waard.

Beloning van registratie van donoren

Aan beloning van een registratie in het Donorregister kleven belangrijke bezwaren. Een klein geldbedrag drukt weliswaar waardering uit, maar kan ook haar doel voorbijschieten. Ook het idee van een gratis paspoort stuit op bezwaren. Tussen het doel van de registratie en de aard van de beloning bestaat immers geen enkele logische relatie. Wel is te overwegen geregistreerden een eenmalige korting op de ziektekostenpremie te geven. Dat geldt ook voor de toekenning van een hogere plaats op wachtlijsten voor orgaandonatie als de geregistreerde zelf een donororgaan nodig heeft. Nabestaanden die toestemming geven voor uitname van organen zouden ook een beloning kunnen ontvangen. Dit ligt gevoeliger, maar een bijdrage aan de begrafeniskosten zou te overwegen zijn. Hoewel met deze maatregelen wellicht nog wat te winnen valt, moet van het financieel stimuleren van postmortale donatie niet al te veel verwacht worden. Het beschikbare postmortale potentieel is immers beperkt en neemt steeds verder af.

Beloning van orgaandonatie bij leven

Nierdonatie bij leven wordt steeds belangrijker: momenteel is 40% van het aantal niertransplantaties afkomstig van een levende donor. Het is onder voorwaarden niet bezwaarlijk om deze vorm van donatie financieel te stimuleren. Belangrijke voorwaarden daarbij zijn de vrijwilligheid van de donor en een rechtvaardige verdeling van organen. Hierdoor kunnen uitwassen, zoals de illegale handel in organen, worden bestreden.

Volgens de RVZ is de beste optie om een levenslange vergoeding van de ziektekostenpremie toe te kennen aan levende donoren. Dit middel doet het meeste recht aan de morele intuïtie van velen dat organen geen dingen zijn waar je geld voor zou moeten krijgen. Voordeel van een vrijstelling van de ziektekostenpremie is ook dat het minder voor de hand ligt dat mensen met financiële problemen voor levende donatie zullen kiezen. Voor een dertigjarige kan dit bedrag over een periode van veertig jaar oplopen tot ongeveer 40.000 euro.

De Raad beveelt aan om nader onderzoek te doen naar de kosteneffectiviteit van dit voorstel en het draagvlak onder de bevolking. De Raad stelt minister Klink voor om de komende tijd mogelijke gevolgen van de invoering van beloning van orgaandonatie in kaart te brengen en vragen van ethische en praktische aard te beantwoorden in de aanloop naar het in maart 2008 te verschijnen Masterplan Orgaandonatie van de minister van Volksgezondheid.

‘Financiële stimulering van orgaandonatie. Een ethische verkenning’ is een uitgave van het Centrum voor ethiek en gezondheid (CEG), dat deel uitmaakt van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Het signalement is op verzoek opgesteld door twee ethici: Gert van Dijk (KNMG/Erasmus Medisch Centrum) en Medard Hilhorst (Erasmus Medisch Centrum). De Raad heeft zijn standpunt opgenomen in de brief aan de minister die voorin het signalement is te vinden.