Zorg voor het ongeboren kind. Ethische en juridische aspecten van foetale therapie

Dit signalement gaat in op de aard van de verantwoordelijkheid van artsen, andere hulpverleners in de prenatale zorg en zwangeren voor het welzijn van het ongeboren kind. Wat mag van hen worden verwacht?

Aanleiding

Door de toegenomen mogelijkheden om de foetus al voor de geboorte te behandelen, rijst de vraag wat dit betekent voor de verantwoordelijkheid van artsen en andere hulpverleners in de prenatale zorg. Het signalement sluit aan bij een rapport van de Gezondheidsraad uit 2008.

Hoofdvraag

Onder welke voorwaarden is (experimentele) behandeling van de foetus aanvaardbaar? Wat betekent de mogelijkheid van foetale therapie voor de verantwoordelijkheid van de arts en voor de positie van de zwangere? In hoeverre mag (of moet?) van haar worden verwacht dat ze zich ten behoeve van de foetus en diens gezonde ontwikkeling aan medische ingrepen onderwerpt?

Ethische discussie

Wat betekent het dat het steeds gewoner wordt de foetus als patiënt te beschouwen? Gezien het nog in belangrijke mate experimentele karakter van foetale therapie; hoe kan deze vorm van medisch handelen zorgvuldig ontwikkeld en geïntroduceerd worden? Hoe is op dit terrein zorgvuldige counseling en besluitvorming mogelijk?

Doelgroep

Beleidsmakers, politici, professionals, burgers (niet expliciet benoemd)

Aanbeveling

Met name is er nader wetenschappelijk onderzoek nodig naar foetale therapie, en is er behoefte aan morele reflectie en normatieve kaders. De agendapunten die volgen uit dit signalement worden besproken in H6 van het signalement.