Ver weg en toch dichtbij? Ethische overwegingen bij zorg op afstand

In dit signalement heeft het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) onderzocht welke ethische vragen telezorg oproept als zorg op afstand steeds meer vervanging van nabije zorg zal zijn. Het signalement kijkt dus aan welke voorwaarden telezorg moet voldoen om ook vanuit ethisch oogpunt die maatschappelijke belofte waar te kunnen maken.

Aanleiding

Gezien de toenemende zorgvraag en het dalende aantal zorgprofessionals kan `telezorg` (technologie die het mogelijk maakt om patiënten van een afstand te monitoren of te coachen) steeds meer een vervanging van nabije zorg worden. Deze publicatie is een vervolg op de in 2004 uitgebrachte CEG signalementen over thuiszorgtechnologie, en op een publicatie van de Provincie Utrecht uit 2009 over ethiek bij zorg op afstand.

Hoofdvraag

Welke ethische vragen roept zorg op afstand op? Welke partijen moeten er aandacht besteden aan die ethische vragen en hoe moeten zij dat doen?

Ethische discussie

Welke ethische implicaties heeft de verandering van de zorgrelatie door telezorg? Afkalving van face-to-face zorg? Draagt zorg op afstand bij aan zelfmanagement? Privacy in het geding, van wie en hoe? Kunnen patiënten, mantelzorgers en professionals in vrijheid kiezen voor telezorg? Meer verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor patiënt en mantelzorger? Hoe om te gaan met toestemming bij nieuwe ontwikkelingen? Hoe wordt telezorg zelf gemonitord?

Doelgroep

Beleidsmakers, zorgprofessionals, mantelzorgers, patiënten (niet expliciet benoemd)

Aanbeveling

Telezorg houdt een belofte in omdat het de kwaliteit van de zorg kan doen verbeteren, patiënten autonomer en sociaal redzamer kan maken en zorgprofessionals kan helpen om efficiënter te werken. Echter, het is belangrijk dat de rolverdeling en verantwoordelijkheidsverdeling goed geregeld is. In H4 staan de tien agendapunten voor beleidsmakers genoemd.