Dit signalement gaat in op de ethische aspecten van de registratiesystemen voor orgaandonatie.
"Afscheid van de vrijblijvendheid" is onderdeel van de thema's "Gezondheid en maatschappij", "Verdeling van middelen en schaarste." en "Autonomie en zelfbeschikking"
Belangrijkste punten uit dit signalement
Nederland kampt met een structureel ontoereikend aanbod van organen. Een ander registratiesysteem voor postmortale orgaandonatie zou er wellicht toe leiden dat meer mensen zich registreren als donor. In het kader van de voorbereiding van het Masterplan orgaandonatie, dat op 11 juni 2008 verscheen, kreeg het CEG het verzoek van de Coördinatiegroep Orgaandonatie om een studie te schrijven over de ethische aspecten van de verschillende beslissystemen.
Welk systeem om burgers te laten beslissen over postmortaal doneren van organen heeft ethisch gezien de voorkeur?
De beslissystemen worden besproken a.d.h.v. vier morele uitgangspunten: het recht op zelfbeschikking (1), het idee dat orgaandonatie een gift moet zijn (2), de plicht tot hulp in ernstige nood (3), en orgaandonatie als bijdrage aan een sociale voorziening (4).
Volgens Den Hartogh (externe auteur): Donatie moet niet opgevat worden als een belangeloze gift voor een goed doel, maar als een vorm van maatschappelijke solidariteit. Wel moet de optie tot delegeren aan nabestaanden explicieter vastgelegd worden. De belangrijkste aanbeveling van Den Hartogh in dit signalement is om het Actieve Donor Registratie (ADR) systeem in te voeren. De voorkeur aan dit systeem wordt gegeven omdat dit meer in overeenstemming is met het morele idee van doneren als burgerplicht of als wederzijdse dienst. In de aanbiedingsbrief neemt het CEG (RVZ) geen standpunt in.