Els Borst Lezing: Nieuwe voortplantingstechnologie, nieuwe familievormen, nieuwe ethische vragen?
2018
Zesde Els Borst Lezing
2018
Zesde Els Borst Lezing
Welke rol kan ethiek spelen in het vormgeven van nieuwe voortplantingstechnologie? En welke implicaties heeft dit voor nieuwe gezinnen en families? Dit is het thema van de 6e Els Borst Lezing van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG). De lezing is 5 september gehouden door Annelien Bredenoord, hoogleraar Ethiek van Biomedische Innovatie aan het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht.
"Nieuwe voortplantingstechnologie, nieuwe familievormen, nieuwe ethische vragen?" is onderdeel van de thema's "Beginnend leven", "Gezondheid en maatschappij" en "Biomedische technologie"
Belangrijkste punten uit deze lezing
Nieuwe technologie maken nieuwe vormen van vruchtbaarheid mogelijk, zoals kunstmatige geslachtscellen of synthetische embryo’s. Parallel daaraan lopen sociaal-demografische ontwikkelingen met meer diversiteit in gezinsvormen. Waar technologie en maatschappij samenkomen wordt het in theorie mogelijk voor iedereen een biologisch eigen kind te krijgen. Ethiek-by-design is nodig om deze nieuwe ontwikkelingen tijdig te duiden.
Welke rol kan ethiek spelen in het vormgeven van nieuwe voortplantingstechnologie? En welke implicaties heeft dit voor nieuwe gezinsvormen en families?
Bredenoord is voorstander van ethisch parallelonderzoek waarbij de ethicus al in een vroeg stadium samenwerkt in het lab om ontwikkelingen te evalueren. Toepassingen in onderzoek en vruchtbaarheid raken aan ethische vragen en dilemma’s, zoals over de herkomst en opslag van lichaamsmateriaal. Emoties kunnen moral markers zijn dat er iets ethisch niet pluis is maar hellend vlak discussies zijn vaak voorbarig en niet beredeneerd. Argumenten van natuurlijkheid en vooroordelen over het belang van het kind houden geen stand. Reproductieve autonomie wordt vaak eenzijdig opgevat als de mogelijkheid een genetisch eigen kind te krijgen terwijl alternatieve gezinsvormen zonder zo’n genetische band uitbreiden. Het huidig juridisch kader (zoals erfrecht) is nog niet toegerust op die nieuwe vormen. Ten slotte zijn er risico’s verbonden aan de nieuwe voortplantingstechnologie, zowel klinisch als commercieel.
Nieuwe voortplantingstechnologie en familievormen leiden tot nieuwe ethische vragen waar we nog geen pasklare antwoorden op hebben.
Wetenschappers en de overheid moeten empirische gegevens verzamelen over hoe het gaat met ouders en kinderen in nieuwe gezinsvormen via langdurig onderzoek. Aandacht is nodig voor de ethische kanttekeningen bij de governance van onderzoek met lichaamsmateriaal, verdelingsvraagstukken en de veiligheid en risico’s van nieuwe genetische en reproductieve technologie. Wet- en regelgeving moet up-to-date gemaakt worden, juist om een deel van de morele bezwaren tegen de ontwikkeling van Modern Families weg te nemen.