‘How medicine saved the life of ethics’: Het belang van onderwijs in (bio-) ethiek

Ethiek onderwijs staat volop in de belangstelling: internationaal heeft het GEOBS netwerk van UNESCO in kaart gebracht waar ethiek onderwijs wordt gedoceerd en waar behoefte aan is; er is in 2012 een International Association of Ethics Education (IAEE] opgericht en er wordt menig congres over ethiek onderwijs georganiseerd.

De bekende uitspraak van Toulmin geldt zeker ook voor het onderwijs: ethici vinden sinds decennia hun broodwinning in onderwijs binnen zorgopleidingen en zijn meer recent ook ingeburgerd geraakt bij de bedrijfsethiek en de technologie-ethiek. Elk zich respecterende (academische) opleiding biedt ethische reflectie aan en kan er in het licht van discussie over wetenschappelijke integriteit zelfs niet meer aan ontkomen.

In het onderwijs is altijd grote behoefte aan bruikbaar onderwijsmateriaal, liefst in begrijpelijke taal. Signalementen vanuit het CEG bleken meer dan eens behulpzame hulpmiddelen voor het onderwijs. Zo hebben we bij het Ethiek Instituut jarenlang het signalement Nu met extra bacteriën. Voedingsmiddelen en gezondheidsclaims gebruikt en is het recente Leefstijldifferentiatie in de zorgverzekering een dankbare bron voor papers. Zelf vind ik het signalement van het CEG over ethiek in de zorgopleidingen en in de zorginstellingen van groot belang; het confronteerde de ethiekdocent met diens eigen onvermogen tot professionalisering van ethiek educatie. Om ethiek te doceren is geen opleiding vereist en er is ook geen groep experts die de kwaliteit ervan bewaakt of visies helpt ontwikkelen. Mondjesmaat wordt dit aan opleidingen zelf geïnitieerd.

Toch is in het land der blinden eenoog nog vaak koning. Het in 2013 opgerichte landelijke docentennetwerk ethiek probeert in dit hiaat te voorzien. Uitwisseling van onderwijs gebeurt veel te weinig en onderzoeksmatig wordt er weinig gedaan met de schat aan materiaal die het onderwijs biedt. De taak voor de komende jaren is dan ook om systematisch meer aandacht aan methodologie en visie op het onderwijs te besteden, om te voorkomen dat ‘redding’ die vakgebieden boden aan ethici niet meer is dan een reddingsboei op open zee; na een tijdje dobberen heb je toch behoefte aan vaste grond onder de voeten.

Portret van Mariëtte van den Hoven

Dr Mariëtte van den Hoven is lid van het Forum van het CEG. Zij is tevens universitair docent ethiek Master Applied Ethics en professionele ethiek, Ethiek Instituut/Universiteit Utrecht, te Utrecht.